Architect en publicist Iris Schutten is in haar eigen werk onder andere bezig met het informeel gebruik van de openbare ruimte. Denk bijvoorbeeld aan urban adventures, waar stedelijke avonturen beleefd worden door over hekken te klimmen of metrotunnels in aanbouw te bezoeken. “Ik vind het interessant om meer te zien en te laten zien van wat er achter de eerste façade zit die een stad je laat zien.” Het is die blik die ze meenam naar het team van curatoren voor PQ2015.
“In de architectuur is een toenemende interesse waarneembaar voor de performativiteit die je ook bij scenografie ziet. Er wordt ruimte gecreëerd voor acties, waar weer nieuwe acties uit voort kunnen komen. Ik vind het interessant om te zien waar architectuur en scenografie elkaar tegenkomen, wat ze aan elkaar hebben en wat ze met elkaar doen. Scenografie heeft dan ook altijd al een grote rol gespeeld in mijn werk. Ik wil ruimte geven aan het onverwachte. Dit doe ik bijvoorbeeld door met open structuren te werken, zodat anderen daar actie in kunnen ondernemen. Zo heb ik meegewerkt aan de herbestemming van een scheepswerf op het NDSM-terrein in Amsterdam. Ik wilde geen ‘af’ gebouw ontwikkelen dat gesloten is en vaststaat, maar een infrastructuur die door de gebruikers zelf aangepast en ingedeeld kan worden conform hun eigen behoeften.”
Het werk van Iris Schutten gaat ook over stedelijke ontwikkeling. “Ik vraag me vaak af of we niet met de stad kunnen omgaan zonder nieuwbouw. Nu zie je heel vaak dat een hele woonwijk wordt weggevaagd en dat daar een nieuwe wijk voor wordt teruggeplaatst of dat er nieuwe wijken worden gebouwd terwijl er tegelijkertijd heel veel ruimte leegstaat. Waarom wordt die al bestaande wijk niet verder ontwikkeld in plaats van het in te wisselen voor iets nieuws? Mensen moeten ook de kans krijgen om hun eigen wereld en hun eigen realiteiten verder te ontwikkelen.”
Iris probeert mensen hier bewust van te maken door verborgen ruimtes en het informeel gebruik van de stad zichtbaar te maken. “Door middel van interventies laat ik bijvoorbeeld bewoners, ondernemers, stadsplanners en bestuurders zien op welke manieren hun stad wordt gebruikt. Zo kan ik ze langs dichtgetimmerde bouwblokken leiden waarachter getuinierd wordt door nieuwe bewoners van die wijk. Of langs een woonhuis waar een moskee in is gekropen: dingen die je niet ziet als je er snel langsrijdt. Ook stadsbewoners betrek ik in die interventies en bijna iedereen is verrast op zulke momenten. Zij hebben hun stad of een specifieke plek nog nooit zo gezien.”
Dit is precies wat het team van curatoren in Praag wil onderzoeken. “Er bestaan zoveel soorten realiteiten onder, tussen en boven het dagelijkse leven. Ze zijn allemaal op een andere manier zichtbaar, maar ontstaan vanuit eenzelfde behoefte: omgaan met de wereld waarin we nu leven en die gedomineerd wordt door verlangens naar ervaringen en eigenheid. De een doet dat door te vluchten, de ander door zich er helemaal in onder te dompelen.
De manier waarop inwoners hun stad gebruiken vertelt veel over de manier waarop zij met de huidige experience economy omgaan. En dat is wat we in Praag gaan onderzoeken. Onze aanwezigheid daar is geen kant-en-klare tentoonstelling, maar wordt een doorlopend onderzoek. Het programma wordt opgedeeld in verschillende delen, waarin we op verschillende manieren onderzoek doen. Denk bijvoorbeeld aan guerilla-acties op straat. Daar is het niet alleen heel belangrijk hoe we interveniëren in de stad, maar ook dat we goed vastleggen hoe de inwoners erop reageren. Dat laat ons zien hoe mensen de stad gebruiken. We zijn ook contact aan het leggen met makers en ontwerpers die al in Praag bezig zijn. Praag is een stad die de laatste jaren onder de druk van het toerisme behoorlijk is Gedisneyficeerd, maar ook een stad waar kunstenaars en ontwerpers openbare ruimte proberen terug te veroveren. Het zou vreemd zijn om als aliens een project in Praag te doen, we willen graag aanhaken op dat wat er reeds gaande is.”
Dat doet het team van curatoren niet alleen, het schakelt ook experts van ‘buitenaf’ in. “Dit zijn niet alleen onze eigen werkwijzen en gedachten. Deze zoektocht naar ruimte voor verbeelding en eigenheid zien we nu bij veel scenografen, ontwerpers en architecten terug. We zien enerzijds een groeiende belangstelling van scenografen voor de ‘echte wereld’ buiten het traditionele theater; een groeiende interesse in de stad, het landschap en de openbare ruimte als geconstrueerde, geregisseerde en gescripte gebieden. Anderzijds zien we een toenemende belangstelling voor het gebruik van scenografische strategieën door niet-theater disciplines (zoals de beeldende kunst, stedenbouw en architectuur) waarbij performatieve acties worden ingezet om ‘nieuwe’ realiteiten in reactie op het dagelijks leven te vinden. We nodigen beiden uit om hun tools mee naar Praag te nemen om zo samen deze thematiek verder te onderzoeken. In de aanloop naar Praag plaatsen wij open calls, waarin we mensen vragen met ons mee te denken en ons plan aan te vullen.”