Skip to main content

Juryrapport Nederlandse inzending aan de Praagse Quadriennale in 2019

 

Van 6 – 16 juni 2019 is Nederland opnieuw aanwezig op de Praagse Quadriennale (PQ) mede dankzij steun van het fonds Dutch Performing Arts en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. De tiendaagse PQ is het grootste evenement in de wereld op het gebied van scenografie en theaterarchitectuur ofwel ‘performance design and space’. Platform-Scenography nodigde via de open oproep ‘Escaping The Bubble’ het werkveld in de volle breedte uit om met een voorstel te komen. ‘SELF’, de performance- installatie van Julian Hetzel is door de commissie geselecteerd om Nederland te vertegenwoordigen.

De commissie, bestaande uit Ester van de Wiel, Lyndsey Housden, Dries Verhoeven, Carly Everaert en Nienke Scholts, heeft de inzendingen met veel plezier en aandacht gelezen en besproken. Het viel hen op dat in reactie op de oproep ‘Escaping the Bubble’ veel letterlijke vormvoorstellen kwamen voor ‘bubbels’ als ruimtes om tot introspectie te komen – een tendens tot een terugtrekken in jezelf. De commissie vond relevantie in die voorstellen voor scenografieën die bestaande ‘bubbels’ of kaders pijnlijk zichtbaar maken, bevragen of doorbreken en daarmee naar buiten, naar het onbekende, genegeerde of confronterende, reiken. Daarbij zocht zij naar een bijdrage die op de Praagse Quadriennale een prikkelende representatie van het Nederlandse werkveld van scenografie zou geven – en een die ook zou beantwoorden aan PQ’s zoektocht naar: ‘artforms concerned with the creation of active performance environments, that are far beyond merely decorative or beautiful, but that are emotionally charged: where design can become a quest, a question, an argument, a threat, a resolution or an agent of positive change”.

De commissie vond deze kwaliteiten terug in het overtuigende voorstel SELF van Julian Hetzel. SELF is een performance installatie, in de vorm van (of eigenlijk vermomd als) een conceptstore waar zeep wordt verkocht gemaakt van mensenvet. Alvorens de zeep te kopen wordt de koper in de winkel uitgenodigd zijn ‘schuld af te laten wassen’. De opbrengst van elk verkocht stuk zeep draagt bij aan de financiering van een waterpomp in Congo en de levering van een stuk zeep aan de gemeenschap daar. Het is een gelaagd ontwerp dat sterke reacties provoceert, en getuigt daarmee van moed en eigenzinnigheid. Met deze keuze wil de commissie ook laten zien dat het werkveld van scenografie, design, beeldende kunst en performance in de hedendaagse Nederlandse praktijk vaak naadloos in elkaar overlopen.

SELF toont hoe een performatieve omgeving een oproep kan doen om verder te kijken dan onze gebruikelijke denkkaders. De keuze voor SELF werpt licht op een vorm van scenografie die zich de vorm van bestaande instituties buiten het theater (in dit geval een winkel) toe-eigent, om haar vervolgens kritisch te bevragen. Door de plaatsing van de winkel op de ‘beursvloer’ van de PQ wordt de voorbijganger verleidt tot het betreden van een wereld die het midden houdt tussen realiteit en fictie. Het is precies deze ‘onbeslistheid’ (Silivia Bottiroli) over welke realiteiten hier gelden – kunst of commercie, kapitalisme of ontwikkelingshulp, serieus concept of farce – die de koper/toeschouwer tot nadenken dwingt. Het ruimtelijk ontwerp is daarmee niet dienend aan een theaterrealiteit; de emotie ontstaat niet door identificatie met een personage of performer binnen die gecreëerde realiteit, maar via het hoofd van de kijker.

Vet als metafoor voor schuld: ge-upcycelt in een commercieel product dat ‘SELF’ heet. Met deze ‘winkel’ doet Hetzel het schokkende statement dat ethische kwesties over ongelijkheid en wereldproblematiek blijkbaar alleen nog via de transactie – via het kapitalistische systeem – besproken kunnen worden. Het agendeert daarmee het failliet van de traditionele ontwikkelingshulp. De vraag hoe om te gaan met onze gevoelens van schuld of welvaartsschaamte wordt beantwoord met een zeepwinkel, een steriele representatie van het neoliberale domein waarin “blijkbaar” nu zelfs ook de liefdadigheidsindustrie functioneert…

De scenografie van SELF dwingt de kijker dus tot stellingname ten opzichte van de vragen die deze ruimte lijkt te stellen. Deze vraag, of schuld kan worden omgezet in kapitaal, is er één die ontregelt en bedreigt.

 

 

 

 

 

Foto’s: Wolf Silveri