Skip to main content

27 januari, een natte, herfstige ochtend in Utrecht. Vanuit Het Huis aan de Boorstraat zwermen groepjes van 2 á 3 man uit over de Amsterdamsestraatweg, groene en blauwe tasjes aan de arm, expedition sheet voor de neus, notitieblokken en iPhones in de aanslag. ‘LAR / ASW’, de nieuwste editie van ons onderzoek naar de scenografie van de publieke ruimte, is een feit.

Na het Exposium, ons Praagse project ‘Between Realities’ en het onderzoek naar de ‘Culture of Control’ dat we, in samenwerking met Stroom Den Haag, op 23 november uitvoerden in de Internationale Zone in Den Haag, is het de vierde keer dat Platform-Scenography een expeditie in de stedelijke omgeving organiseert. De aanleiding is dit keer de vraag van Henny Dörr van de Master Scenography aan de HKU, om een bijdrage te leveren aan het scenografie-evenement Shared Space. In Het Huis treffen studenten en professionals uit Tsjechië, Servië, Denemarken, Noorwegen en Nederland elkaar om twee dagen lang intensief met het vak bezig te zijn. Aan ons de vraag een indruk te geven van Between Realities, voor de begeleidend docenten en andere belangstellenden. Aldus ontwerpen we een Live Action Research (LAR)event, met als onderzoeksgebied de Amsterdamsestraatweg (ASW).

Voor het Platform was dit event de volgende gelegenheid om te onderzoeken hoe scenografisch denken en handelen kan worden ingezet om met elkaar naar de publieke ruimte te kijken en haar te onderzoeken. De vorm die we hiervoor op de PQ hebben ontwikkeld, willen we verder uittesten, verbeteren en aanscherpen.

Verder formuleerden we als belangrijkste ingrediënten daarbij: collectief onderzoek met mensen uit verschillende disciplines en met verschillende achtergronden; ter plekke observeren; complexe realiteiten ontrafelen; observaties en ervaringen delen en openbaar maken; observaties vertalen naar ingrepen in de publieke ruimte.

Een belangrijk aandachtspunt ditmaal was dat er ruimte moest zijn voor reflectie. Een vraag voor de volgende keer: kunnen we een manier vinden om de resultaten niet alleen te delen, maar ook terug te geven aan het gebied waar we te gast waren?

Amsterdamsestraatweg
De Amsterdamsestraatweg is de langste winkelstraat van Nederland. Ooit aangelegd door Napoleon is het een schier oneindige, kaarsrechte weg van buiten naar binnen. Aan ons, in een eerste voorbereidend bezoek, toont hij zich vooral een aanvoerroute: auto’s, bussen en heel veel fietsen in een constante stroom; voetgangers zijn er minder. Een vrij smalle stoep, en veel vooral kleine winkels met een hoog gehalte aan kappers, belwinkels en massagesalons. Een taaie straat, wordt ervan gezegd. Verhalen over overlast en witwasserijen. Een stoere straat, noemen de winkeliers hem zelf graag, als we de vele rood-witte raamstickers mogen geloven.

Wat wij buitenstaanders (en beroepshalve behept met de ‘scenografische blik’) zien is: een eindeloos lange gang, vol deuren, die toegang geven tot – ja, tot wat eigenlijk? Andere werelden? Erg toegankelijk zijn die dan niet, zo op het eerste gezicht. Er zijn compleet gesloten façades, dichtgemetseld of zwart geschilderd. Maar ook winkeldeuren lijken, al staat het sein ‘open’ nog zo nadrukkelijk te knipperen, nauwelijks tot binnengaan uit te nodigen. Hoe doorlaatbaar is de gevelrij van de Amsterdamsestraatweg?

Voor een gedeelde mindset krijgen de deelnemers voor vertrek een inleiding (in woord en beeld) die zich toespitst op de begrippen façade en porositeit en dichtheid (density). De façade wordt beschouwd vanuit een architectuurhistorisch perspectief, maar ook etymologisch: als face of facie; als iets dat verhult of een schijn ophoudt. Vervolgens is er de expeditie, waarbij acht stukken van de straat door kleine groepjes (units) aan een korte maar intensieve scenografische analyse worden onderworpen. De resultaten hiervan – foto’s, teksten en tekeningen – worden na precies een uur naar de website van Platform-Scenography gestuurd en door ons bliksemsnel in een PowerPointpresentatie gezet. De deelnemers zijn intussen aan het lunchen, àchter de façade: we hebben een zevental plekken gevonden waar gegeten kan worden maar waar je dat nooit zomaar zou doen: bij bewoners, bij obscuur ogende eettentjes.

Terug in Het Huis zijn op het scherm de kakelverse resultaten van het onderzoek te zien. Aan drie tafels worden vervolgens de bevindingen gedeeld. We spreken met elkaar volgens het format van de ‘table talk’, in drie rondes waarin we beginnen met onze persoonlijke ervaring om vervolgens afstand te nemen en het grotere geheel beschouwen. In de eerste pauze luisteren we naar een uiteenzetting van Janneke van der Leer. Janneke is laatstejaars ‘urbanism’ in Delft en laat ons naar de straat in het algemeen en de ASW in het bijzonder kijken vanuit het perspectief van de stedenbouwkundige. Deze input brengt nieuwe vragen en inzichten ter tafel. Tot slot is er voor iedereen een klein boekje met beelden, willekeurig geraapt uit de binnengekomen resultaten en door onze vrijwilliger Margot ter plekke in elkaar gezet.

In de woorden van een deelnemer:

‘Met vreemden de straat op, met een reeks opdrachten die het onderzoek op gang brachten naar de overgangen tussen wat voor en achter de gevels lag. We sloegen allemaal aan het tekenen, wat heel prettig was. Een kort stuk ASW met een bonte verzameling winkels uit alle werelddelen. Het kijken ondertussen scherpen naar aanleiding van fijne vragen en daarna besloten we om een redelijk lastige drempel toch over te steken; het koffiehuis in, dat gevuld was met oudere Turkse mannen die een spel aan het spelen waren.  Aan tafel nieuwsgierig elkaars bevindingen bekijken en bedenken waardoor we ons laten weerhouden of uitgenodigd voelen om binnen te gaan en hoe we de verschillende overgangen zouden kunnen benoemen. Grenzen zowel op straat als in onszelf, zo blijkt. Toen een lunch in een kale Turkse snackbar, speciaal voor ons de tafel mooi gedekt met wat, zo bleek bij navraag, nog het meest weg had van een Turks ontbijt. Vooral ook, omdat het vegetarisch moest zijn en deze snackbar weinig vegetarische snacks verkocht. De ontwikkeling van deze snackbar had nog het meest weg van ‘uitkleden’; eens was het een mooi restaurant, met een goede Turkse menu kaart. Daarna terug naar Het Huis, waar de verschillende observaties en bevindingen van diverse groepen aanleiding waren voor gesprekken over de on/mogelijkheid om stil te staan op de stoep, de straat als doorvoerweg, die oponthoud ontmoedigt, terwijl de openbare ruimte dé plek is om de ander tegen te komen. De gevels als filters en sorteermachines; afhankelijk van je herkomst, loop je wel of niet naar binnen.’

Leave a Reply