Voor Sanne Danz is het de vierde keer in haar 25-jarige loopbaan als scenograaf dat ze aanwezig is bij de Prague Quadriennal. In 1991 was ze er als bezoeker, in 2003 en 2007 maakte haar werk deel uit van de Nederlandse inzending. “Toen Anne Karin mij vroeg om deel te zijn van het team curatoren dat een ontwerp voor PQ2015 maakt, vond ik dat direct leuk. Niet alleen om er weer heen te gaan; ik voelde me ook vereerd dat ze mij ervoor vroeg. Ze heeft een divers en interessant team van professionals met allemaal verschillende achtergronden samengesteld. En vanuit al die verschillende disciplines moesten we tot één idee komen. Daarbij hebben we onszelf en onze werkvelden niet centraal gesteld, maar wel het gedachtegoed dat we representeren. Toen wij het plan aan het ontwerpen waren, was het belangrijkste om ons te verhouden tot het verlangen van een publiek en hoe we daarmee omgaan.”
“In mijn eigen werk houd ik op zich weinig rekening met het publiek en waar hun verlangens uit zouden kunnen bestaan. Als ik bijvoorbeeld een toneelbeeld bij een opera ontwerp, ga ik niet alles voor ze uitkauwen. Ik maak mijn ruimtes op zo’n manier dat ze ergens op lijken, maar het niet zijn. Ik houd ze suggestief en wil de toeschouwers op hun verbeelding aanspreken. Als dreiging een grote rol speelt in een scene, maak ik bijvoorbeeld een lage ruimte die een bepaald gevoel veroorzaakt of versterkt. Maar ik werk ze nooit helemaal uit, zodat ze multi-interpretabel zijn voor degenen in de zaal.”
Deze manier van ontwerpen is Sanne Danz na al die jaren eigen geworden. “Ik ben 25 jaar geleden begonnen in de experimentele hoek van het theater. De laatste 10 jaar werk ik vooral mee aan opera’s en toneelstukken voor de schouwburg, maar mijn manier van ontwerpen is in dat opzicht niet veranderd.
Ik werk puur intuïtief. Als ik aan een nieuw stuk begin, vraag ik me af wat voor ruimte het nodig heeft en ga daarbij zelden uit van wat de tekst of het libretto voorschrijft. Gelukkig werk ik ook niet vaak met regisseurs die dat verlangen. Voordat ik aan de slag ga, ga ik uitgebreid met de regisseur in gesprek over het stuk en over waar het ons om te doen is. En we kijken plaatjes – ik heb meestal een heel arsenaal aan afbeeldingen bij me. Zo zoeken we samen de taal waarin we het verhaal het beste kunnen vertellen.
Vervolgens ga ik aan het werk en doe een voorstel voor de ruimte. Die is dan zelden een letterlijke weergave van een bestaande plek, eerder een plaatsduiding, met referenties aan bepaalde ruimtes of aan een bepaald gemoed. Zo maakte ik bijvoorbeeld een kamer waarvan de vloer naar de kelder zakte of een grote gele ruimte die scherp taps toe liep. Ik noem het mentale ruimtes, in Duitsland zeggen ze heel mooi ‘Seelenräume’”.
“Maar dit betekent niet dat ik voor een bepaalde scenografische richting sta of een dergelijke richting vertegenwoordig binnen het team van curatoren voor PQ2015”, laat ze weten. “Als team staan onze neuzen dezelfde kant op, we maken samen één programma. We hebben veel zaken en verschijnselen besproken die we interessant vinden om tot die gezamenlijke houding te komen. Uiteindelijk besloten we ons te richten op de manier waarop mensen zich tot de realiteit verhouden. We spraken bijvoorbeeld over de afsluiting van de A2 om de slachtoffers van de ramp van vlucht MH17 te verplaatsen. Als je dat vanuit een scenografische achtergrond bekijkt, is dat een manier om emotie in een vorm te krijgen en zeker ook om indruk te maken.”
“Uiteindelijk besloten we ons te richten op de zogenaamde ‘Disneyficatie’ van de samenleving. Er worden steeds meer illusies en illusionaire werelden gecreëerd waarin mensen zich kunnen terugtrekken uit de werkelijkheid. Die wereld biedt een betovering en immersieve werking waar die mensen behoefte aan hebben en dat is voor hen een manier om zich te verhouden tot de realiteit. Wat bij het ontwerpen van het plan voor PQ2015 voor ons centraal stond is de manieren waarop je je kan verhouden tot de werkelijkheid, maar ook tot het verlangen van het publiek. Vanuit onze eigen disciplines hebben we daar op verschillende manieren aan bijgedragen en daar is een ontwerp voor PQ2015 uitgekomen.”